Trainen, trainen en trainen

Oefenen is het belangrijkste om je spel te verbeteren.
Je kent misschien het gezegde onder de darters :
"Drie regels om je spel te verbeteren? Trainen, trainen, trainen!".
Maar trainen is niet simpelweg een paar uur darts naar het bord gooien, waardoor je automatisch beter wordt.
Atleten worden sterker door het steeds maar herhalen van dezelfde geestdodende oefeningen, maar het darten is geen vechtsport; het zijn kunde en gevoel die de kwaliteit bepalen.
Het trainen voor het darten is dus anders, en hieronder krijg je enkele tips over het hoe en het waar.

Over het plannen en uitvoeren van je trainingssessies.

Hoe vaak, hoe veel? Dat is de door spelers meest gestelde vraag. Het standaard antwoord is natuurlijk niet verrassend, 'zo vaak en zo veel mogelijk'. Hoeveel mensen zijn er echter die 8 uur of meer per dag de tijd hebben om darts te trainen? Antwoord: misschien de profs en een paar werklozen, maar verder haast niemand. Dus krijg je je eigen antwoord - gebruik zo veel tijd als je kan of wil besteden. Als dit 8 uur per dag is, fantastisch, als het 1 uur is, ook goed. Maar hoe lang het ook is, gebruik je tijd goed.
1 uur intense, geconcentreerde en gemotiveerde training is beter dan 8 uur van verveling de pijltjes naar het bord gooien. Vaak trainen is belangrijker dan langdurig trainen.

Een voorbeeld: Speler A traint 7 of meer uren iedere zondag en traint niet gedurende de rest van de week. Speler B traint iedere werkdag een half uurtje en 2 uur op zaterdag en geniet van een luie zondag. Wie denk je dat zijn tijd beter gebruikt….
Precies, de frequentie is belangrijker dan de hoeveelheid, dus het schema van speler 2 is veel beter. Probeer gewoon iedere dag te trainen, met niet meer dan 1 of twee vrije dagen ertussen. Zelfs al besteed je maar 20 minuten per dag, dan ben je al goed bezig. Dan moet je wel tenminste 1 langere sessie per week inplannen bijvoorbeeld in het weekeinde een sessie van meer dan 2 uur wanneer je serieus aan de gang wilt gaan om je spel te verbeteren.
De stelling rondom de frequentie van de training gaat ook op voor twee of meer korte trainingssessies per dag. Speel bijvoorbeeld een kwartiertje in je lunchtijd als je daar de kans toe hebt, en voor nog eens 15 minuten wanneer je thuiskomt. Probeer je trainingen uit te voeren met dezelfde concentratie als je wedstrijden. Wanneer je merkt dat je concentratieniveau zakt tijdens een langere trainingssessie, neem dan een pauze. Gewoon 15 minuten of een half uurtje even wat anders doen. Hetzelfde moet je doen als je motivatie zakt tijdens een trainingssessie, en wanneer het gewoon allemaal niet gaat zoals je wil.
Het is beter om dan te stoppen en even later opnieuw te beginnen met nieuwe motivatie en een goed gevoel.

Ongeconcentreerd en ongemotiveerd trainen is een slechte zaak. In het darten heeft het geen zin om jezelf aan het trainen te dwingen. Als je niet wil,dan doe je het niet. Maar, als je na 1 of twee vrije dagen jezelf er niet toe kan zetten om naar het bord te gaan om te trainen, dan heb je waarschijnlijk niet de persoonlijkheid om een echt goede speler te worden. In vele sporten is zelffoltering (voornamelijk om spierkracht te krijgen) noodzakelijk, in het darten echter niet. Het darten bestaat voornamelijk uit gevoel en coördinatie, geen fysieke ongemakken. (nou ja, weinig dan)

Alleen darten is meestal de beste trainingsvorm

Solitair (alleen) trainen is veel waardevoller dan het trainen met vrienden of het trainen door het gooien van zo veel mogelijk partijen. Wedstrijden gooien is natuurlijk heel belangrijk, maar als je een verhouding vraagt, gooi dan éénderde van je tijd wedstrijden en train tweederde (of meer) van je tijd alleen.
De redenen hiervoor zijn misschien niet helemaal duidelijk voor iedereen, temeer omdat veel spelers ervaren dat ze goed gooien wanneer ze alleen trainen en (relatief) veel minder gooien in een partij. Daarbij denken ze vaak dat ze te weinig trainen op wedstrijden. Dat is echter pertinent NIET waar. Om het maar meteen even duidelijk te maken, iedere speler speelt in een wedstrijd minder dan hij doet tijdens de training. Het is misschien moeilijk te geloven, maar dit geldt ook voor de professionals. En dit is niet alleen zo bij het darten, dit geldt voor iedere sport.

Om je wedstrijdniveau op te schroeven naar BIJNA (precies zou mooi zijn maar is onmogelijk) het trainingsniveau is het belangrijk om vooral de sportpsychologie te gebruiken. De mentale aspecten van het spelen van wedstrijden zijn de veroorzaker van dit fenomeen. En let op. Als jij 1 van die spelers bent die zeggen dat ze in wedstrijden beter gooien dan tijdens de training dan is de reden hiervoor (en ook echt de enige reden hiervoor): je traint te weinig, puntuit. We hebben echter nog niet duidelijk gemaakt waarom het alleen trainen zo belangrijk is.

"Trainen met je maten, maakt niet uit of ze beter of slechter zijn dan jou, dwingt je om je nivo boven dat van hen uit te tillen. Alleen oefenen dwingt je om steeds boven jezelf uit te stijgen, en dat is een hogere limiet dan je ooit van een ander zult krijgen. Je kunt je niveau dus bijna oneindig verbeteren door altijd te proberen je eigen limieten te breken. Hoe goed je ook bent, je kunt altijd beter. Geen enkele partij, vriendschappelijk of echt hard tegen hard zorgt voor verbetering van je niveau wanneer je tegenstander niet beter wordt. Om het wat literair uit te drukken - de enige manier om je huidige persoonlijke limiet je toekomstige standaard te maken is om ALLEEN te trainen.

Welke training-spellen speel je en waarom

\ Zodra een gesprek gaat over trainen komt deze vraag direct op. Het antwoord hangt grotendeels af van je persoonlijke zwakke punten. Veel spelers oefenen voornamelijk door steeds op de treble 20 te gooien, vervolgens een paar dubbels en bullen en dan weer terug naar de treble 20. Dit is absolute onzin. In vele X01 competities of toernooien zul je veel spelers hoog zien scoren maar toch verliezen op de dubbel. Tenzij je op professioneel niveau speelt, zullen de meeste partijen beslist worden op de dubbel, niet op de scores.
Je kunt dus concluderen dat het raken van de dubbel de grootste zwakte is van de 'normale' darter. Dit betekent weer dat, voor alle darters onder het professionele niveau, het trainen op de dubbels het belangrijkste is, in welke vorm dan ook, voor beginners is daarnaast training op de singles noodzakelijk.
Een goed training spel moet:

• In algemene zin je zuiverheid over het hele bord vergroten;
• Geschikt zijn om alleen te spelen;
• Concentreren op dubbels en singles voor X01 en op trebles en singles voor tactic;
• Uitdagend en veeleisend zijn voor jouw spelniveau, daarentegen mag het niet vervelen of frustreren;
• Aanmoedigend, leuk en competitief zijn;
• Te spelen zijn zonder dat schrijven noodzakelijk is (om je in je ritme te houden).

Met bovenstaande regels kunnen we sowieso alle spellen waarbij de nadruk gelegd wordt op de treble 20 schrappen, in principe dus ook 501 zelf, ook hierbij wordt teveel nadruk gelegd op het scoren van punten. Zorg er in iedergeval voor dat het spel leuk is en dat je trainingen motiveren. Je moet voor jezelf doelen stellen in de training, speciaal voor de langere trainingssessies.
Dit kun je het beste doen door je voortgang in de gaten te houden. Nu heb je, om dit goed te doen, objectiviteit nodig. En dat is nu net iets wat weinigen van ons hebben als het over onszelf gaat. Het beste om objectief te blijven is om je resultaten te noteren in een schrift (of, we zijn natuurlijk modern in een spreadsheet of database). Om dit te kunnen doen moeten de resultaten van de spellen die je speelt wel meetbaar zijn (zoals Galilei zei: meet wat meetbaar is, maak meetbaar wat je nu niet kunt meten). Wat minder hoogdravend betekent dit: je spellen moeten een puntensysteem hebben of je moet een puntensysteem verzinnen.
Je kan ook via onze site een programma downloaden die je scores en statistieken bijhoudt. Een geschikt programma hiervoor is Dartpro.
Kijk bij "Diversen" >>> "Software"

Spel 1: 170

Een goed spel voor ieder niveau. Dit spel komt neer op een verkorte versie van 501 en de meeste van jullie kennen dit gewoon. Net als 501 begin je met 170 gewoon en moet je eindigen op een dubbel. Dit spel focussed op het finishen (dubbels) en ook nog een beetje op het scoren. Het is aanmoedigend omdat 170 de uitgooi is die iedereen wil gooien. De voortgang kun je goed afmeten aan het aantal darts wat je nodig hebt om te finishen. Speel in ieder geval een paar 170'ers in je trainingssessies en schrijf het aantal darts op wat je nodig hebt om te finishen. Door per dag het gemiddelde te berekenen kun je je vooruitgang meten.

Spel 2: Een rondje bord

Dit is een perfect trainingsspel voor beginners. Gooi een rondje singles van de 1 tot de 20 en de bull. Gooi net zo lang op een nummer totdat je het nummer geraakt hebt en tel het aantal darts dat je nodig hebt voor een volledige ronde. Dit kun je ook met dubbels en treble doen. Zolang je je niet verveeld is dit een heel goed trainingsspel.
Een variatie die je kan gebruiken gaat als volgt: gooi drie pijlen op ieder nummer van 1 tot 20 en de bull. Raak je een single dan krijg je 1 punt, een treble geeft 3 punten. Dit is een simpel maar heel goed spelletje, je traint het gooien rond het bord, je groepeert je worpen om de trebles en je kunt altijd achter een nieuwe hoogste score aanjagen. Als beginner zal je hoogste score rond de 60 terechtkomen. Naar mate je beter wordt ga je vanzelf naar de 70 en 80+ scores die goed zijn, boven de honderd dan wordt je echt goed. Dit spel is een goede oefening voor trebles, maar doet helaas niets voor je dubbels (behalve natuurlijk dat het een goede training is om je nauwkeurigheid te verbeteren).

Spel 3: Finishen

Dit is een spel wat meer concentratie vraagt. Je begint met 60 punten en probeer deze uit te gooien met 3 darts. Als je niet met drie pijlen uitgooit ga je 1 punt naar beneden voor de volgende poging. Gooi je uit met drie pijlen dan ga je 10 punten omhoog. Dit doe je zolang je het leuk vindt of totdat zover komt dat je niet meer uit kunt gooien (maar dan ben je echt bijzonder …)

Voorbeeld:
Worp 1: 60 - niet uitgegooid
Worp 2: 59 - uitgegooid
Worp 3: 69 - niet uitgegooid
Worp 4: 68 - niet uitgegooid
Worp 5: 67 - uitgegooid
Worp 6: 77 - niet uitgegooid

En ga zo maar door. Kijk maar eens hoe ver je kunt komen. Om te noteren is dit spel niet zo heel veel waard, het is echter wel bemoedigend en vergt veel van je concentratie. Het gevaar is aanwezig dat je gefrustreerd raakt, als dit gebeurt, begin dan een ander spelletje. Het is een goede training voor X01 en je dubbels.

Spel 4: 25

Dit is een moeilijk spel geschikt voor gevorderde darters. Je begint met 25 punten en werpt drie pijlen op alle dubbels en de bull. De waarden van de geraakte dubbels voeg je toe, en als je drie pijlen op de dubbel mist, trek je de waarde van de dubbel 1x af. Kom je onder de 0 dan is het spel afgelopen (minder goede spelers kunnen met meer punten starten of afspreken dat minpunten zijn toegestaan, om frustratie te voorkomen). Bereik je de bull en heb je nog een aardige score over dan doe je het goed. Er schijnt ergens een oud wereldrecord van boven de 600 punten te zijn voor dit spel.

Voorbeeld:
Worp 1: D1 1x geraakt, 27 punten (25 + D1 = 27)
Worp 2: D2 gemist, 23 punten (27 - D2 = 23)
Worp 3: D3 gemist, 17 punten (23 - D3 = 17)
Worp 4: D4 2x geraakt, 33 punten (17 + 2xD4 = 33)

Een heel leuk spel voor ervaren darters, een goede oefening voor je dubbels en heel leuk om tegen elkaar te spelen. Natuurlijk is ieder spel wat je leuk vindt om te spelen en wat aan bovenstaande criteria voldoet goed om als training te gooien.

De bovenstaande spellen zijn bedoeld voor de langere trainingssessies (1 uur of meer), het spel 170 vormt hierop een uitzondering. Dit spel is ook erg geschikt voor korte oefensessies. Eén of twee rondjes rond het bord kan ook goed in een korte sessie, maar gewoonlijk is het prettiger om te gaan voor wat favoriete dubbels, terug naar de trebles en dan weer terug naar de dubbels. Zolang je er maar voor zorgt dat je wat gevoel krijgt voor de worpen en je pijlen. In een korte sessie is het niet zo belangrijk dat je alles raakt wat je wilt. Concentratie en het krijgen van het juiste gevoel zijn veel belangrijker.
Warming-up
Opwarmen voor een competitiewedstrijd of voor een toernooi is heel belangrijk en zeker de moeite van een speciale paragraaf waard. Probeer voor een belangrijke wedstrijd minstens een half uur geconcentreerde warmup te maken. De profs doen vaak een warmup van enkele uren voor de wedstrijd. Eric Bristow had bijvoorbeeld 4 of 5 uur gedart voor hij zich lekker voelde om aan een partij te beginnen (die altijd minder lang duurde dan de warmup). Hij won het wereldkampioenschap vele malen dus hij zal wel geweten hebben wat hij deed. Een dergelijke extreme warmup is slechts zelden mogelijk, zeker wanneer toernooien in de ochtend starten en de competitie 's avonds direct na je werk.
Wanneer je eenmaal wat ervaring hebt weet je wat je zwakke punten zijn en zul je je eigen favoriete warmup ontwikkelen, een rondje rond het bord op de dubbels verzin het maar. Natuurlijk moet je in de warmup ook het scoren trainen maar op een dergelijk moment zijn de dubbels belangrijker. Ook de warmup voor een toernooi of een competitiewedstrijd doe je alleen. Juist bij de warmup is het gevaarlijk om te veel partijtjes te spelen.
In de warmup wil je zo snel mogelijk allerlei kleine technische probleempjes kwijt. Hiervoor is volle concentratie noodzakelijk, en partijtjes zullen je concentratie veel eerder brengen op het winnen van een partij dan op het oplossen van je probleempjes. Ga pas een partij spelen op het moment dat je je helemaal, voor de volle 100% lekker voelt, zeker niet eerder. Gebruik bijvoorbeeld het volgende als je niet veel tijd heb om de warmup te doen.
Begin met het gooien op dubbel 20, of zelfs erboven. Speciaal dit omdat je voor hoge pijlen goed moet doorzwaaien met je arm, en dat is voor velen een 'technische' probleem. Zodra je je lekker voelt op de dubbel 20 ga dan voor de treble 20, voor even slechts want daarna ga je weer terug naar de dubbel 20. Zolang het niet lukt met de dubbel 20, blijf je doorgaan net zolang totdat het wel goed gaat, op het eind ga je daarna een aantal malen voor de dubbel 3 met de eerste pijl, de bull met de tweede pijl en de dubbel 20 met de derde pijl. Hierdoor ontwikkel je een goed gevoel voor het bord. Daarna nog wat darts op de dubbels en je bent klaar voor ieder "noodgeval".